Wapen van Doetinchem
Het Wapen van Doetinchem is het wapen van de gemeente Doetinchem.
De beschrijving luidt:
“In azuur een dubbelstaartige gekroonde leeuw van goud, getongd en genageld van keel, vergezeld van 3 mispelbloemen van zilver. Het schild gedekt met eene vijfbladerige kroon van goud.”
Geschiedenis
Ter gelegenheid van de hereniging van de gemeenten Stad Doetinchem en Ambt Doetinchem werd in 1920 het oude wapen van Doetinchem bevestigd bij de Hoge Raad van Adel. In het oorspronkelijke wapen werd de Gelderse leeuw wisselend omgewend afgebeeld, tevens wisselend met enkele of dubbele staart. De mispelbloemen staan echter al in de oudste afbeeldingen weergegeven met als schildhoudster Catharina van Alexandrië, tevens het schutspatroon van de stad. De mispelbloemen zijn afkomstig van het oude wapen van het Graafschap Gelre.
Bron: Wikipedia
Gevelstenen
De drie gevelstenen zijn een laatste herinnering aan het in 1726 gebouwde en in 1945 tijdens de oorlog verwoeste stadhuis.
Beide leeuwen en het stadswapen van Doetinchem zijn gebeeldhouwd in zandsteen.
De leeuwen zijn liggend afgebeeld, beide naar buiten kijkend. Het stadswapen met de naar rechts kijkende leeuw is omgeven door cartouche-achtig rolwerk. Het geheel was geschilderd.
Historie
Op de Markt (nu Simonsplein) stond het prachtige 18e eeuwse stadhuis van Doetinchem, ongeveer op de plaats waar thans hotel De Graafschap gevestigd is.
Dit stadhuis werd gebouwd in de jaren 1725-1727 op de plaats waar daarvoor ook al een stadhuis stond. Dit is in 1724 op Sinterklaasavond door storm, bliksem en brand verwoest. Het stadsbestuur wilde zo snel mogelijk weer over een nieuw stadshuis beschikken op dezelfde plaats. De Zutphense architect Isaac van de Heuvel maakte reeds op 3 juni 1725 een plattegrond van het oude gebouw “om daerop een nieu concept te formeren”.
Op 17 juni 1725 werd de eerste steen gelegd. Het resultaat mocht er zijn. Een monumentale façade aan de Markt met een fraaie ingangspartij: brede trap met twee lantaarns, bordes met trap recht voor de statige deur waarboven het wapen van de stad. Deze trap werd in 1876 vervangen door een linker en een rechter opgang. Het venster met de dakkapel daarboven in een lijst, het geheel van Bentheimer zandsteen. De gehele middenpartij stak iets naar voren waardoor het nog meer uitstraling had. Aan weerskanten op de bovenverdieping moderne schuifvensters, kruisvensters met onderluiken op de benedenverdieping. Achter het bordes bevond zich een trap naar de kelder waar een gevangenis was gevestigd. Waarschijnlijk was de grote dag van ingebruikname 10 november 1727. Want op de jaarrekening van 1727 vinden we als een van de posten: “Op de inwijdinge vant stadthuis de Heeren met haer Gasten verteert luit rekeninge de summe van 131 g., 10 st., en 8 p.”
Dit stadhuis heeft dus tot 21 maart 1945 aan de Markt gestaan. Na het bombardement stond de voorgevel nog fier overeind. Toch besloot men die te slopen. De liggende stenen leeuwen heeft men kunnen redden. Deze zijn in het bordes van het nieuwe gemeentehuis naast de brede trap ingemetseld.
In het Stadsmuseum van Doetinchem is op de grote maquette het centrum van Doetinchem in 1940, met Markt en stadhuis als middelpunt, prachtig nagebouwd. Een bezoek aan het museum is zeker de moeite waard.
Bronnen:
Geschiedenis van Doetinchem door J.C.Boogman en S. Oosterhaven
De Geschiedenis van Doetinchem door S.H.Lovink
*klik op een foto voor een vergroting