Onder de bodem van de stad Doetinchem ligt een historische schatkamer. Ingewijden hadden dat vermoeden al. De vondst van de kazemat en andere funderingen nabij de vroegere Hamburgerpoort versterken die veronderstelling. Die schatkamer heeft echter afgelopen decennia de nodige schade opgelopen.
Jacob Schreuder (bron: Kronyck 170)
Tot een jaar of tien geleden is niet zo grondig omgegaan met historische bodemvondsten als bij het vinden van de kazemat. Als er al gelegenheid was voor archeologisch onderzoek, dan was de tijd daarvoor beperkt. In 2013 kwam de gemeente Doetinchem met de nota Archeologie met beleid. Met daarin maatregelen om in kaart te brengen wat er nog is. Maar is er nog veel? Vaak zijn bodemrestanten verwijderd om plaats te maken voor nieuwbouw. Eeuwenoude, ondergrondse structuren werden doorbroken. De vraag na de recente vondsten is: wat ligt er allemaal in dit ondergrondse ‘archief’ van de historische binnenstad, die de vorm van een ‘ei’ had?
Hamburgerpoort
In 1987 werd het complex Hamburgerpoort gerealiseerd. Een winkel- annex appartementencomplex tussen Raadhuisstraat – Hamburgerstraat – Synagogestraat en Nieuwstad. Op de plek waar voorheen IJzerhandel Willemsen stond, schuin tegenover de kazemat, deden amateurarcheologen interessante ontdekkingen.
Guus Dinkla (75) was erbij namens de historische vereniging Deutekom. “We vonden zeer oude muur- en torenresten, waarschijnlijk van de Hamburgerpoort en de stadsmuur. Ook zagen we de stadsgracht, die vele meters onder het maaiveld lag. De bedding van de gracht was duidelijk te zien: van de Synagogestraat tot de Plantsoenstraat. Helaas was er te weinig tijd om verder te zoeken.”
Klooster Sion
In de Grutstraat, waar ooit slagerij Van Zadelhof stond, zijn in de jaren zeventig restanten gevonden van bebouwing, een vondst die volgens Dinkla van groot belang kan zijn geweest.
“In de Grutstraat, richting Heezenstraat, zijn zeer oude kelders ontdekt met grote plavuizen op de grond en steunberen langs de zijmuren. De meetkundige dienst van de gemeente stelde aan de hand van onze bevindingen vast dat het om een reusachtig bouwwerk moest gaan van wel 25 bij 25 meter.”
Omdat altijd al was vermoed dat hier ergens het voormalige klooster Sion moet hebben gestaan, riep dat bij de ontdekkers een Eurekagevoel op.
“Maar niet voor lang”, zegt Dinkla. “De Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek vond de situatie niet van landelijk belang. De gemeente moest maar beslissen, maar die ondernam geen actie. Uiteindelijk stelde een deskundige uit Nijmegen vast dat het klooster een kasteelachtig uiterlijk moet hebben gehad, waar zeker plaats was voor zestig dames.”
De historicus Paul Moors veronderstelde dat op de funderingen van het klooster, verlaten in 1485 en daarna afgebroken, het vroegere Baarshuis heeft gestaan, waar Willem van Oranje in 1572 twee nachten zou hebben doorgebracht.
Ooit is door een onbekend gebleven tekenaar een illustratie gemaakt van een kasteel met de naam Slot Dotecom. Dinkla: “Dat kasteel zou een verzinsel zijn, maar daar denk ik anders over. De opmetingen van de restanten van het klooster komen overeen met de maten die het kasteel volgens deskundigen moet hebben gehad. Dat het klooster hetzelfde gebouw was als het kasteel op de oude tekening lijkt me niet uitgesloten.”
Verdrag van Malta
Zeker is deze bevinding echter niet. Zoals er meer onzekerheden zijn, omdat veel vondsten niet professioneel zijn onderzocht of gedocumenteerd. Wel heeft de gemeente Doetinchem een archeologische waarden- en verwachtingskaart voor het hele grondgebied gemaakt. Hierop staan archeologische vindplaatsen aangegeven.
In 1992 werd het Verdrag van Malta ondertekend door de lidstaten van de Raad van Europa. Dit verdrag beoogt het cultureel erfgoed, dat zich in de bodem bevindt, beter te beschermen en geeft daar een aantal richtlijnen voor.
Ook in de twintig jaar na het van kracht worden van dit verdrag werd in Doetinchem niet overal gewerkt volgens de nieuwe regelgeving. Enkele voorbeelden:
Gruitpoort
De tweede belangrijke poort van Doetinchem, de Grut- of Gruitpoort, werd in 1862 als laatste van de vier poorten afgebroken.
Bij de afbraak eind jaren negentig van het Sociëteitsgebouw op de hoek van de Grutstraat was enig archeologisch onderzoek mogelijk. Daarbij werd een deel van een dikke, rondlopende muur gevonden die schuin naar boven liep.
Dinkla: “We vonden waterputten, een wenteltrap met hoekmuur en muren van allerlei gebouwen die zodanig door elkaar liepen dat we de structuur niet konden herkennen.
Hier waren ongetwijfeld meer ontdekkingen mogelijk geweest, maar we kregen de kans niet. Op het terrein van de afgebroken Sociëteit is zelfs helemaal niet gekeken.”
Van Perlstein
Op de hoek Waterstraat-Gasthuisstraat stond tot 2003 de distilleerderij/likeurstokerij Vh. Van Perlstein. De Lutherse kerk die er nog staat, is gebouwd vanaf 1762. Daarvoor stonden op het terrein de Driekoningenkapel (voltooid in 1480) en een Gasthuis voor zieken- en armenzorg.
In 1864 is op dit terrein de distilleerderij gebouwd. Bij een booronderzoek in oktober 2003 stelde Synthegra Archeologie vast dat bij de sloop van het Van Perlsteingebouw geen rekening is gehouden met eventuele archeologische waarden van het terrein.
Ook had het bureau bezwaar tegen de voorgenomen bouwplannen (winkels annex appartementen), omdat daarmee een groot deel van de archeologische waarde zou verdwijnen. Want de bodemopbouw vanaf de periode van circa 1000 na Christus was volgens Synthegra intact.
Zo waren er restanten van bouwhistorie gevonden uit de late middeleeuwen: ‘Resten van een zwaar gefundeerd gebouw; waarschijnlijk het Gasthuis of de Driekoningenkapel’.
De conclusies in het rapport hadden weinig resultaat. De bouw ging door.
Borghuisterrein
Een andere belangrijke vondst ‘na Malta’ was die op het ‘Borghuisterrein’ aan de Grutstraat. Het voormalige garagecomplex ging plaats maken voor appartementen (Van Capellestraat). Onder leiding van drs. Thomas Spitzers is in 1998 een maand lang professioneel onderzoek gedaan.
Hij vond paalsporen van bewoning van de Grutstraat van duizend jaar en ouder en stelde vast dat er houten huizen hebben gestaan, die bij de stadsbrand in 1527 zijn verwoest.
Ook zijn sporen gevonden van het Centraal Domein van de Graven van Zutphen. Dat duidt er volgens Spitzers op dat Doetinchem zo’n duizend jaar geleden het economisch en bestuurlijk centrum van de zuidelijke Achterhoek was.“Doetinchem was een van de kleine groep steden in Nederland die zich tussen 1050 en 1200 als eersten ontwikkelden tot echte middeleeuwse steden.” Spitzers had, zoals hij schrijft in Kronyck nr. 88, graag wat meer tijd gehad voor nader onderzoek. “Maar verder graven was niet mogelijk.”
Graffelmanterrein
Het laatste voorbeeld is het Graffelmanterrein, waar in 1998 de ABN Amro is gebouwd. Vlakbij de kazemat. Ook hier werd maar korte tijd uitgetrokken voor bodemonderzoek. Maar deze vondsten zijn bij de meest recente opgravingen aan de Terborgseweg wel digitaal ingemeten.
LEES HIER DE LAATSTE STAND VAN ZAKEN KAZEMAT

In 1998 werd bij de bouw van het ABN AMRO-kantoor een deel van de fundering van de voorpoort aangetroffen (foto de Gelderlander).

Aanzicht van Doetinchem in 1743.