Russische onderduikers in WO II
De geschiedenis
Eed Mijnen werkte in 1943 en 1944 gedwongen op een boerderij in Duitsland net over de grens bij Winterswijk. Daar maakte hij kennis met een Russische krijgsgevangene, Andrej Kozin. Eed woonde indertijd op een boerderijtje bij de Pol in Oosseld, vlakbij het voormalige pompstation van Vitens aan de Hulleweg. Hij vluchtte rond Dolle Dinsdag (5 sept 1944) met Andrej en nog een andere Rus uit
Oeding en verborg ze hier, samen met zijn vriend Marius Muller, in een hol in het bos.
Hij was op deze plaats op een avond getuige van een actie van het verzet, waar hij niet bij betrokken was. In 1995 vertelde Eed het zo: “Toen kwam er een man met een zwarte cape om, die zag ik komen en die deed ook iets wat niet mocht. Later hoorde ik dat die man een geheime zender naar het pompstation bracht. En veldwachter Vel uit Gaanderen, ook lid van de ondergrondse, zat met zijn geweer achter de muur.”

Het Pompstation, een verzetshaard
Op een dag beleefde Eed hier een avontuur met een geheime zender van de ondergrondse in het pompstation. Eed en Marius wisten daar destijds niets van.
“Toen stond er een peilwagen van de Duitsers Ze waren aan het peilen en ze waren al dicht bij de zender. Een verzetsman heeft toen ’s avonds de zender gepakt en in de rogge gegooid.”


Schuilkelder
Eed en Marius waren uit Duitsland gevlucht en bang gearresteerd te worden. Daarom sliepen ze ’s nachts meestal in deze schuilkelder bij het pompstation. De schuilkelder was in 1938 gebouwd voor de medewerkers van het pompstation.


Wandelroute
Wanneer u de rode pijlen volgt die langs de route op palen staan aangegeven, komt u langs de hier beschreven punten. Uiteindelijk bereikt u de locatie van het hol. De wandeling kost u ongeveer 20 minuten.
Het hol
Ongeveer 150 meter van de schuilkelder, verderop in het bos, was het hol waar de twee Russen ondergedoken zaten. Er is niets meer van terug te vinden.
Graven van het hol
Eed 1995: “Daar hebben we toen een hol gemaakt. We zijn er een hele nacht met drie man druk mee geweest. Het zand hebben we in de sloot gegooid. En dan boomstammen er overheen en toen dunnere takken en heiplaggen. Door een poortje met ook een plank erop konden ze naar binnen.”

Formaat van het hol
Eed: “Ze konden languit liggen, maar ze konden niet goed rechtop zitten. De hoogte was niet genoeg, dat valt altijd tegen. Dat is voor de jongens wel een opgave geweest, gruwelijk.”
Geheimhouding en eten stelen
Eed en Marius hielden het onderduiken van de Russen strikt geheim. Zelfs hun ouders hebben ze het niet verteld! Eed: “Je kon geen mens vertrouwen, nooit! Toen heb ik ze stukjes brood gebracht en later stukjes boter en zo. Dat valt niet mee om ze genoeg te eten te geven. Dat is me bitter tegen gevallen. Ik moest het thuis stiekem meenemen.”
Moeilijke tijd
De Russen hebben drie maanden in het hol gezeten en dat was een hele moeilijke tijd voor ze. Ze hadden gedacht dat het maar voor een paar weken zou zijn, maar de bevrijding stokte en het duurde veel langer.

Door Andrej Kozin, 1945

Ben en Bernard Belterman en de Russen
Ontdekking door Belterman
Eind 1944 werd de situatie steeds moeilijker in verband met de kou en er dreigde sneeuw te vallen, waardoor de onderduikers sporen bij het hol zouden achterlaten. Gelukkig werden ze toen gevonden door een ‘goede’ Nederlander, een stroper uit Silvolde, Bernard Belterman. Zijn zoon Ben vertelde het in 1995: “Op een donkere avond zijn we lopend van Silvolde naar de Pol gegaan. Met zijn vieren zijn we in ganzenpas langs de spoorlijn terug naar Silvolde gegaan.”
Silvolde
Van eind december 1944 tot de Bevrijding op 30 maart 1945 doken de Russen onder in Silvolde, op zolder bij Belterman.
Geluidsfragmenten
Beluister hieronder de geluidsfragmenten.
Fragment 1: Bij de Plaquette en het informatiebord
Fragment 2: Bij het pompstation
Fragment 3: Bij de schuilkelder
Fragment 4: Bij het hol
Fragment 5: De ontdekking en het vertrek

